afbeelding binnenkant oor

Wat is geluid?

Geluid ontstaat wanneer een geluidsbron (een machine, de menselijke stem, een vallend voorwerp) de lucht om ons heen in trilling brengt, zodat er geluidsgolven ontstaan. Deze geluidsgolven die zo worden opgewekt, bestaan uit kleine luchtdrukvariaties: net als rimpels op het water. Geluid wordt bepaald door de sterkte en de toonhoogte ervan. De sterkte van een geluid (het geluidsniveau) wordt uitgedrukt in decibels, kortweg dB. Mensen met een normaal gehoord kunnen geluiden waarnemen tussen 0 dB (de gehoordrempel) en 140 dB (de pijngrens).

Het aantal luchttrillingen dat per seconde ons oor bereikt, bepaalt de toonhoogte (ook wel frequentie genoemd) van het geluid. Hoe sneller de luchttrillingen elkaar opvolgen, hoe hoger de toon die we horen. Het aantal trillingen er seconde wordt uitgedrukt in hertz (Hz). Mensen met een goed gehoor kunnen geluiden waarnemen met frequenties tussen 16 en 16.000 Hz. De normale dagelijkse geluiden bevatten bijna altijd allerlei frequenties tegelijk. Iedere frequentie kan weer z’n eigen sterkte hebben. Helemaal ingewikkeld wordt het als we weten dat het menselijke gehoor niet voor alle frequenties even gevoelig is. Om daarmee rekening te houden is de dB(A) ingevoerd. De toevoeging van de letter ‘A’ wil zeggen dat bij de meting een speciaal filter is gebruikt dat de eigenschappen van het menselijke gehoor nabootst. De db(A) waarde geeft dus aan hoe hard een geluid klinkt.

Hoe werkt ons gehoor?

  1. Via de hoorschelp komen geluidsgolven het oor binnen.
    Aan het eind van de gehoorgang van het trommelvlies de trillingen op.
  2. De Trillingen van het trommelvlies worden doorgegeven aan de middenoorbeentjes. De gehoorbeentjes versterken de trillingen en geven ze door aan het zogeheten slakkehuis.
  3. In het slakkehuis planten de trillingen die de gehoorbeentjes overbrengen zich voort in een vloeistof.
  4. In de slakkehuisgang zit een vlies dat bekleed is met haarcellen. Wanneer de haartjes op deze haarcellen door de vloeistoftrillingen worden omgebogen, zenden ze elektrische signalen uit.
  5. Deze signalen gaan door de gehoorzenuw naar de hersenen.
  6. In de hersenen worden de signalen van de haarcellen omgezet in een geluidswaarneming. Aan de plaats waar de haartjes zijn omgebogen, leiden de hersenen af met welke toonhoogte ze te maken hebben.

Wat kunnen de gevolgen zijn van teveel lawaai?

De haarcellen in het binnenoor kunnen heel wat hebben, maar er zijn grenzen. Als ze teveel geluid verwerkt hebben, raken ze verdoofd en hebben ze een rustperiode nodig om weer te herstellen. Gedurende die tijd is er sprake van een tijdelijk gehoorverlies. Als de haarcellen de noodzakelijke rustperiode niet krijgen, sterven ze na verloop van tijd af. Het gehoorverlies dat zo ontstaat is blijvend: eenmaal afgestorven haarcellen worden niet vervangen. Bij blijvend gehoorverlies kunt u in het algemeen de volgende verschijnselen constateren:

  • Hoge tonen of zacht geluid kunt u niet meer horen;
  • het kost moeite om te telefoneren of een gesprek te voeren, vooral in een rumoerige omgeving;
  • u hoort fluit- of bromtonen

Als er eenmaal blijvend gehoorverlies is, kan door het nemen van maatregelen alleen worden voorkomen dat het nog erger wordt. Een behandeling om de oorspronkelijke gehoorscherpte te herstellen bestaat niet.

De gevaargrens voor het menselijk gehoor ligt bij 80 dB(A). Blijft de geluidsterkte onder dat niveau, dan is de kans op gehoorschade minimaal. Ook al staat men er 40 jaar lang, 8 uur per dag aan bloot. Maar hoe verder de geluidssterkte boven de 80 dB(A) komt, hoe gevaarlijker het wordt. Ook de tijdsduur waarin men aan het geluid blootstaat, gaat dan een belangrijke ril spelen. Zo nu en dat een kwartiertje 85 dB(A) is geen probleem. Maar regelmatig een kwartiertje 100 dB(A) is beslist gevaarlijk.

grafiek lawaai versus gehoorschade
Iedere 3 dB verhoging van lawaai betekent halvering van de tijdsduur (in lawaai !)

Klik op de afbeelding voor een vergroting